Als
kind was Bloodwoosj al geïnteresseerd in het verre heelal en (iets
korterbij) alles wat met ruimtevaart te maken had. Het eerste wat ik
me daar nog bewust van kan herinneren was het op tv volgen van de koppeling
van een Amerikaanse Apollo en een Russische Sojoez capsule in juli 1975.
Op dat moment een in dubbel opzicht bijzonder testproject, want de Koude
Oorlog was nog in volle gang. In de twee daaropvolgende maanden werden
dan de Viking I en Viking II gelanceerd, beiden Amerikaanse missies
die een lander op de planeet Mars beoogden af te zetten, hetgeen een
jaar later in 1976 inderdaad succesvol plaatsvond. 1976 Was ook het
jaar waarin de NASA de bouw van de Space
Shuttle Enterprise voltooide. Deze Shuttle heeft nooit in de ruimte
gevlogen, maar werd o.a.a gebruikt als testoboject op de rug van een
Jumbojet die hem vanaf grote hoogte vervolgens losliet om de zweef en
vliegeigenschappen te testen.
Space Shuttle Entreprise (OV-101) tijdens separatie
en landingstest (youtube)
In dezelfde jaren zeventig rammelde het in de kranten en op tv van de
berichten over ruimtevaart. Skylab
(dat jaren later in een steeds lagere baan kwam en uiteindelijk neerstortte,
de reeds genoemde Viking
Marsverkenners, de pioneer
10 en pioneer
11 die op dat moment nog de verst van de aarde verwijderde door
mensenhanden gemaakte objecten waren, later de Voyager
I en Voyager
II sondes die uiteindelijk beide pioneers inhaalden.
Op 12 april 1981 beneden bij mijn ouders voor de buis gekluisterd terwijl
boven een cassettedeck meeliep op de radiozender die afgestemd was op
de AFN (Amerikaanse legerzendr voor Europa) zodat de lancering ook op
tape opgenomen kon worden. Machtig mooie tijden...
STS-1,
de eerste Space Shuttle vlucht van 12 tot 14 april 1981(youtube)
Vooral
de gouden plaat aan boord van de Pioneer 10 en 11 sondes, waarop een
massa aan geluidsinformatie over de planeet Aarde, meegestuurd voor
het geval een buitenaardse beschaving het ruimtevaartuig ooit zou onderscheppen
sprak enorm tot de verbeelding. Stel je voor, over duizenden jaren komen
vreemde wezens ooit deze "Hello from Planet Earth" tegen ...
Pioneer 10 plaquette
Een kritische belangstelling voor het buitenaardse zette zich voort
middels het bestuderen van (vooral foto's in) bibliotheekboeken over
UFO's en andere vreemde objecten, telkens met de (zelfgetrokken) conclusie
dat het allemaal nep en lariekoek was. Gelukkig waren er ook nog beter
gedocumenteerde bronnen, iets wetenschappelijker van aard, met als multimediaal
hoogtepunt in 1980 de Cosmos-serie gepresenteerd door Carl
Sagan waarin op een begrijpelijke en aanschouwelijke manier de samenstelling
en opbouw van het heelal in dertien afleveringen op tv gepresenteerd
werd. Met Kerstmis lag het bijbehorende boek onder de boom...
Jeugdsentiment:
Carl Sagan in "Cosmos, the shores of the cosmic ocean"
De jonge Bloodwoosj droomde van een carriere als exobioloog.
Niet veel later volgde een abonnement op het populair wetenschappelijk
tijdschrift Kijk met ook daarin een behoorlijk aantal artikelen over
ruimtevaart en sterrenkunde. Toen ik kort daarna in aanraking kwam met
het tijdschrift Zenit dat uitsluitend over astronomie en in mindere
mate over ruimtevaart handelde was ik helemaal verkocht.
Alhoewel
ik ook toen al regelmatig met een eenvoudige verrekijker naar de nachthemel
keek had ik geen flauw idee wat er allemaal te zien was. Pas toen ik
eind jaren negentig mijn eerste telescoop (een 11 cm Newtonkijker) aanschafte
begon ik pas serieus te beseffen wat je allemaal kunt zien met zo'n
apparaat.
Een aantal hoogtepunten waargenomen met deze kijker en zijn opvolger
waren:
- de maan bezaaid met tig kraters
- de ringnevel (M57)
in Lyra
- de Orionnevel (M42)
- zonnevlekken
(zichtbaar te maken met speciale filters)
- de planeet Jupiter
en zijn grote rode vlek
- de poolkappen
op de planeet Mars
- de ringen
van de planeet Saturnus
- de best zichtbare manen van Saturnus (Titan, Rhea, Dione, Thetys,
Iapetus en Enceladus)
- de volledige zonsverduistering
op 11 augustius 1999 (speciaal voor naar Frankrijk gereisd)
- de passage van aardscheerder 2002
NY40 op 17/18 augustus 2002
- de overgang
van Venus voor de zon op 8 juni 2004
Uiteraard werd van tijd tot tijd een deel van de waargenomen zaken ook
met de digitale camera vastgelegd. Zie een kleine selectie hieronder.
Maankraters "van
dichtbij gefotografeerd" door de digitale camera achter de telescooplens
te houden (29-5-2004)
Een
bijna volle maan, gefotografeerd door de telescoop op 1 augustus 2004.
Rechtsboven is de krater Tycho te zien. Het materiaal dat bij de inslag
van de komeet die de krater gevormd heeft werd uitgeworpen is bij volle
maan heel goed te zien. De straalvormige strepen die in Tycho beginnen
zijn soms meer dan 1000 kilometer lang. De krater zelf is ongeveer 85
kilometer breed.
Close-up van de planeet
Venus net voor de rand van de zon, gefotografeerd tijdens de Venusovergang
van
8 juni 2004
De Orionnevel, gefotografeerd
door een ETX-70 kijker op 8-12-2004
De
planeet Saturnus (de zwaar overbelichte stip) met direct daaronder een
kleiner en zwakker stipje: de maan Titan. Deze foto is gemaakt met een
Olympus 740UZ camera, zonder telescoop, door de gevoeligheid in te stellen
op 400 ASA (vandaar de grove korrel) en 16 seconden te belichten. Het
geel-bruine stuk aan de rechterkant van de foto is de rand van het garagedak
dat belicht wordt door de TL-lampen in de serre en daardoor een stuk
helderder lijkt dan het in werkelijkheid is.
De Plejaden, een kunstmaan en een komeet op één foto !!!
Het groepje sterren rechtsonder op
de foto zijn de Plejaden, ook bekend onder de naam M45 (nederlandse
naam: Het Zevengesternte). De Plejaden, een zogenaamde open sterrenhoop,
is een relatief jonge groep van sterren die niet ver van elkaar verwijderd
zijn.
De overige stippen op de foto zijn ook allemaal sterren, met uitzondering
van een klein wazig licht groenig gekleurd vlekje linksboven op de foto.
Dat vlekje is de komeet Machholz (officiële naam: C/2004 Q2), een
komeet die naar schatting eens in de 110000 jaar rond de zon draait.
De foto is gemaakt op 10 januari 2005, 5 dagen nadat de komeet het dichtsbij
de aarde geweest was.
Doordat de lens 16 seconden open stond en er toevallig een satelliet
door het beeld vloog staat er ook nog een diagonale streep op de digitale
plaat. Het betreft het raketrestant van de Cosmos 1271, een op 19 mei
1981 gelanceerde satelliet, die op ongeveer 550 km hoogte boven de aarde
zijn rondjes draait. De satelliet geeft zelf geen licht, maar wat je
ziet is de satelliet die zelf nog in het zonlicht vliegt en dat licht
weerkaatst naar het gedeelte van de aarde waar de zon al is onder gegaan.
Ook deze foto is gemaakt met uitsluitend de fotocamera op 16 seconden
belichting bij 400 ASA.
Komeet Machholz nog eens op de foto, nu twee dagen later op 12 januari
2005.
De groene kleur is op deze foto iets beter zichtbaar. Ook is heel goed
te zien dat de komeet een stuk waziger is dan de sterren die vrij scherp
afgebeeld zijn. Het wazige rondom de komeet is een wolk van stof, gruis
en ijs dat rondom de komeet heen vliegt en veroorzaakt wordt doordat
de komeet bij het naderen van de zon opgewarmd wordt en dan een deel
van zijn buitenste schil verliest.
In tegenstelling tot de voorgaande foto is deze wel met behulp van een
telescoop gemaakt.
Rechtsboven is nog net de gekromde rand van het beeldveld van de telescoop
te zien.
Zonnevlekken
aan de rand in close-up middels telescoop (27-7-2004)
Drie keer Saturnus
op de foto (15-1-2005) Foto links: normaal belicht,
er zijn nog net een paar strepen op het planeetoppervlak te zien. Deze
streppen zijn verschillend gekleurde wolkenbanden zoals die ook bij
de planeet Jupiter te zien zijn. Foto midden: onderbelicht, waardoor als je er goed
op let aan de onder en aan de bovenkant van de ring te zien is dat die
uit 2 gedeeltes bestaat. De buitenste ring (A-ring) is een heel stuk
smaller dan de binnenste ring (B-ring). Foto rechts: overbelicht, er blijft niks meer van de
details van Saturnus of de ringen over, maar doordat nu ook de omgeving
van Saturnus overbelicht is, springen enkele maantjes die om Saturnus
heen draaien plotseling naar voren.
De zichtbare maantjes zijn: Titan (geheel rechts), Rhea (schuin rechtsonder),
Dione (links), Thetys (rechts vlak naast Saturnus) en nog net zichtbaar
Enceladus (vlak onder Saturnus). Het puntje linksonder op ruime afstand
van Saturnus is geen maantje, maar de ster TYC1373-2241-1 in het sterrenbeeld
Gemini (Tweelingen).
Naar
school wordt de telescoop bij bijzondere gelegenheden ook meegesleept.
En in het verleden was het dan ook nog eens sport om te pogen de daarbij
gemaakte weerfoto op TV te krijgen, hetgeen tijdens de gedeeltelijke
zonsverduistering van 3 oktober 2005 zelfs op twee zenders tegelijk
lukte!
Zoals op de inzet in de bovenste foto (zonder telescoop met de digitale
camera op 10 x zoom gemaakt door een filter) te zien is was het schouwspel
een erg waterige aangelegenheid. Vooral veel wolken met tussendoor slechts
een enkele opklaring zodat het bedekte zonnetje zich 2 tot 3 minuutjes
liet zien en dan weer weg was. Links op de voorgrond een 20cm Newtonkijker, rechts op de achtergrond
een ETX-70 lenzenkijker, beiden afgedekt met een Baader-Astrosolar-filter.
Zonsverduistering op 1-8-2008, tijdens het maximum
was 15% van het zonoppervlak door de maan afgedekt
De
opvolger van mijn eerste telescoop, een 20 cm Newtonkijker, gefotografeerd
in de opstelling waarmee de zonsverduistering van 1-8-2008 gevolgd werd.
Behalve astronomie is ook de gastronomie in de tuin aanwezig (zie geroeste
barbecue op de achtergrond).
De kijker is afgedekt door een Bayer-solar-filter dat slechts 0,001%
van het zonlicht doorlaat. Zonder dit filter zou je netvlies in een
oogwenk verbranden door de intensiteit van het zonlicht.
Anno november 2009 staat het sterrenkijken op een laag pitje. Het weer
wil regelmatig niet meewerken en de telescoop komt eigenlijk vooral
bij bijzondere gelegenheden naar buiten. Omdat op de zon pas een zonnevlekken-minimum
voorbij is , is ook daar nauwelijks iets te zien.
Maar in geval van komeet of andere sensationele gebeurtenis kijkt Bloodwoosj
zeker nog steeds omhoog ;-)